Pleister bestaat al heel erg lang. Zo lang als de beschaving zelfs. Door de uitvinding van pleister kon de mens zijn grot verlaten, een schuilplaats bouwen van stenen of riet en deze bedekken met een aarden pleister. Dit stelde de mens in staat om op strategische plekken te bouwen, zoals in de buurt van een rivier, op een afgeschermde plek of nabij vruchtbare grond. Groepen mensen konden zich verenigen en op deze manier werden de eerste steden gebouwd.
Bindmiddel is het belangrijkste ingrediënt van pleister. Zoals de naam al aangeeft, is dit het product dat het pleister bij elkaar houdt. Het bindmiddel werkt als een soort minerale lijm. Kalk en gips zijn veel voorkomende binders en daarom kan er een onderscheid gemaakt worden in kalkpleisters en gipspleisters.
Aggregaten vormen het grootste ingrediënt van een pleister. Materialen zoals silica-zand fungeren meestal als opvulling. Dit omdat het relatief goedkoop materiaal is dat door het bindmiddel kan worden samengevoegd. Naast zand worden vele andere aggregaten gebruikt die zeer verschillende eigenschappen aan een pleister meegeven.
Om pleister te kunnen gebruiken en uit te kunnen smeren moet het product nat zijn. Het juiste vochtgehalte zorgt ervoor dat het plakkerig wordt, waardoor het gemakkelijk kan hechten. Kraanwater is hiervoor de meest geschikte oplossing, omdat het goedkoop is en daarnaast altijd verkrijgbaar en veilig is. Aan het water kunnen eventueel elementen worden toegevoegd die het aanbrengen van het pleister op de muur kunnen versnellen of juist vertragen. Indien nodig kunnen ook losse vezels zoals haar, koeienmest of zelfs geweven stoffen zoals jute aan een pleister worden toegevoegd, om hiermee de treksterkte te verhogen. Dit is nodig wanneer het pleister wordt aangebracht op een omgeving met ongebruikelijke afschuifkrachten.
Er zijn vele termen om verschillende soorten pleister te beschrijven en te categoriseren. Stucwerk is het aanbrengen van een laag pleister op de binnen- of buitenmuren om een mooie afwerking te bereiken. De muren glad laten maken heet ook wel pleisterwerk. Stucwerk en pleisterwerk hebben hetzelfde doel, maar het verschil zit in de mortel die wordt gebruikt.
Wanneer u een muur of plafond wilt schilderen of behangen, maar de ondergrond niet egaal genoeg is, kan de stukadoor een laag pleister aanbrengen. Met een egale ondergrond wordt de muur gereed gemaakt om te schilderen of te behangen.
Bij een betegelde of gemetselde muur met een ongelijke of scheve ondergrond, kan de stukadoor een laag raapwerk aanbrengen. Dit is een dikke pleisterlaag met een dikte van 7 millimeter tot 5 centimeter. Raapwerk zorgt ervoor dat de muur weer egaal wordt.